Het is zorgwekkend dat de provincie Gelderland wil gaan bezuinigen op recreatie en toerisme, betoogt onze directeur Herre Dijkema in De Gelderlander, Stentor en het Algemeen Dagblad.
In de afgelopen jaren hebben we in Gelderland meer dan ooit ervaren hoe belangrijk het is om eropuit te gaan, in de natuur te zijn en te kunnen ontspannen: alleen, met vrienden of familie. Maar niet alleen die natuur is fijn, er zijn ook veel attracties, musea, kastelen en andere vrijetijdsactiviteiten in onze provincie. Er is voor ieder wat wils.
Dat vinden wij Gelderlanders ook belangrijk. In een recent onderzoek van de provincie, het Gelderland panel, geven inwoners aan dat hun leefomgeving het belangrijkste onderwerp is waar de provincie zich mee bezig moet houden. Het is daarom des te verbazender dat dit onderwerp niet of nauwelijks voorkomt in de verkiezingsprogramma’s van de politieke partijen voor de verkiezingen van Provinciale Staten. En nog zorgwekkender is dat de provincie Gelderland heeft aangekondigd vanaf 2024 fors te willen gaan bezuinigen op recreatie en toerisme. Sterker nog: volgens diezelfde provincie zijn toerisme en recreatie geen ‘kerntaak’. Dat is toch wel heel vreemd, als je bedenkt dat Gelderland de belangrijkste binnenlandse vakantiebestemming van Nederlanders is. In 2022 waren er ruim 4,5 miljoen verblijfsgasten in onze provincie. Wij zelf, de inwoners van Gelderland, nemen daarnaast het grootste deel van de dagrecreatie, ruim 70 procent, voor onze rekening. Al deze bezoekers zorgen voor meer dan 6,5 miljard euro aan bestedingen en 79.000 banen in Gelderland. Daarmee werken er meer mensen in de toeristische sector dan bijvoorbeeld de bouw of de landbouw.
Maar hoe belangrijk toerisme en recreatie ook voor de economie en werkgelegenheid zijn en hoe fijn het ook toeven is in Gelderland: er zijn ook terechte zorgen. We zien dat het bezoek in Gelderland niet evenredig verdeeld is. Op sommige plekken is het op sommige momenten (te) druk, op andere plekken is juist behoefte aan meer bezoekers. Spreiding in tijd en plaats is dus wenselijk en noodzakelijk.
De belangrijkste reden dat bezoekers niet uit zichzelf naar die rustige plekken gaan, is simpelweg dat daar (te) weinig toeristisch aanbod is. Daar helpt geen mooie campagne aan. De provincie heeft de afgelopen jaren daarom fors bijgedragen aan projecten die inzetten op spreiding door nieuw of verbeterd aanbod, projecten zoals de Hanzesteden en Kastelen & Buitenplaatsen. In deze projecten is gewerkt aan het aanleggen van nieuwe themaroutes, meer samenhang in het verhaal over dit erfgoed, het verzamelen van data met een schat aan informatie over bezoekers en uiteraard ook marketingcampagnes. En het werkt: we zien een toename van het bezoek aan de Hanzesteden en de kastelen, tot grote tevredenheid van alle betrokkenen.
Als we het leuk en gezellig willen houden met elkaar in Gelderland, dan zullen we moeten blijven investeren in de spreiding van recreatie. Maar eerlijk is eerlijk: het vraagt veel tijd, geld en inspanning om spreiding te bereiken. Het is een kwestie van een lange adem. De noodzaak voor die spreiding wordt echter alleen maar groter: de komende jaren komen er minimaal 100.000 woningen bij in Gelderland. Dat betekent fors meer inwoners en die willen ook allemaal recreëren. Als we het leuk en gezellig willen houden met elkaar in Gelderland, als we willen kunnen blijven genieten van de natuur en van al het andere moois dat onze provincie biedt, dan zullen we moeten blijven investeren in die spreiding. Juist nu er een goede basis is gelegd, mogen we niet stoppen. Investeren in toerisme, investeren in spreiding, is pure noodzaak en een kerntaak van de belangrijkste binnenlandse bestemming van Nederland: de provincie Gelderland.
Het opiniestuk is opgenomen in het AD, De Gelderlander en De Stentor.
Fotocredit: Hetty van Ooijen.